Een hartveilig beleid is al ruim zes jaar topprioriteit in de gemeente Erpe-Mere. Sinds de aanstelling van Hendrik Brantegem als stafmedewerker veiligheid zetten ze in op het plaatsen van AED’s verspreid over het gemeentelijk grondgebied. Daar heeft de gemeente intussen de vruchten van geplukt.
Hendrik: “Bij mijn benoeming tot stafmedewerker veiligheid was dit nog geen centraal thema voor Belgische gemeentes. Dit veranderde en ondertussen is veiligheid samen met een hartveilig beleid topprioriteit voor Erpe-Mere. Met een uitgekiend AED-gebaseerd preventiebeleid wilden we onze gemeente zo goed mogelijk wapenen tegen overlijden door een plotse hartstilstand.”
Hoe hebben jullie dat hartveilig preventiebeleid vormgegeven?
Hendrik: “We hebben een uitvoerige analyse gemaakt van welke AED’s er al stonden en waar we er nog nodig hadden. Op die manier wilden we ervoor zorgen dat inwoners of voorbijgangers op het hele grondgebied binnen enkele minuten een AED vinden om eerste hulp toe te dienen. Daarbij hielden we onder meer rekening met collectiviteit: plaatsen waar veel mensen bijeenkomen, zoals scholen en sportlokalen, zijn geschikte locaties voor een AED. We keken ook naar hoe gekend de locatie is. Voor elke bewoner van Erpe-Mere en omstreken is bijvoorbeeld de Kruiskoutermolen een vaste waarde. Het was dus evident om er daar één te plaatsen.”
Die AED aan de Kruiskoutermolen betekende blijkbaar al eens het verschil tussen leven en dood?
Hendrik: “Inderdaad, voor een wielertoerist van de Hoeftrappers uit het naburige Haaltert. Toen hij plots in elkaar zakte, haastten zijn fietsmakkers zich naar de molen. Ze wisten dat daar een AED stond. Dankzij dit toestel – en hun opleiding EHBO, waardoor ze ook deze AED wisten staan – hebben ze zijn leven kunnen redden.
Onze AED’s hebben ook al twee anderen gered. Eenmaal in onze sporthal en verder ook een medewerker van onze eigen groendienst. Elke keer we hem aan het werk zien, worden we herinnerd aan het levensbelang van een AED en van een EHBO-opleiding. De bouwstenen voor elk hartveilig beleid.”
Welke andere tips, gebaseerd op eigen ervaring, kunnen jullie andere gemeenten geven die hun AED-park willen uitbreiden?
Hendrik: “Zorg voor stroomvoorziening in de buurt. AED-kasten hebben stroom nodig voor onder meer het verwarmingselement. Wij hebben bijvoorbeeld AED’s geplaatst in de buurt van de zogeheten ‘foorkasten’ waar de kermiskramen gebruik van maken.
Maak de AED’s zo veel mogelijk toegankelijk. Als bedrijven aangeven dat ze een AED gaan plaatsen, overtuig hen dan om die aan de buitenmuur plaatsen.
Denk bij de spreiding vooral aan de bereikbaarheid, en laat je hierbij niet leiden door de gemeentegrenzen. De man in Haaltert had het misschien niet overleefd als onze AED daar niet stond.
Hou rekening met spoorwegen, expreswegen en andere die mogelijk een obstakel vormen om een AED snel te bereiken.
Communiceer veel over de AED’s en voorzie voldoende opleidingen. Maar maak de burgers duidelijk dat ze ook zonder opleiding kunnen helpen. De AED’s zijn gebruiksvriendelijk genoeg om er zonder ervaring mee aan de slag te gaan.
Tot slot: zijn jullie tevreden over jullie hartveilig beleid en de grote inspanningen die jullie hiervoor hebben geleverd?
Hendrik: “Uiterst tevreden, natuurlijk! Tientallen AED’s plaatsen op ons grondgebied is een stevige investering en vergt het nodige engagement. Maar als je dan merkt dat we intussen al drie mensenlevens hebben gered, kan je alleen maar besluiten dat dit gerechtvaardigd is, toch?”