Wat als iemand in jouw omgeving plots ineenzakt? Je waarschuwt eerst en vooral de hulpdiensten, dat spreekt voor zich. Maar elke minuut na een hartfalen is cruciaal. Hoe sneller je ingrijpt, hoe groter de kans op overleven zonder ernstige gevolgen. Je kan dus maar beter zo snel mogelijk zelf aan de slag gaan. Dat doe je door te starten met de reanimatie en te kijken of er in de buurt een AED (of defibrillator) beschikbaar is. Als er geen in de onmiddellijke omgeving is, blijf je best reanimeren terwijl iemand anders de dichtstbijzijnde defibrillator opzoekt.
Hoe gebruik je een defibrillator?
Wanneer de AED wordt aangezet of geopend, zal je de instructie krijgen om de elektroden op de patiënt aan te sluiten. Zodra de elektroden zijn bevestigd, zal de AED automatisch een analyse uitvoeren van het hartritme. Tot die tijd blijft iemand reanimeren, het AED-toestel zal je pas aangeven daarmee te stoppen als de pads goed geplakt zijn. Met de elektroden kan het toestel de elektrische activiteit analyseren en bepalen of de patiënt een schokbaar ritme heeft. Als dat het geval blijkt, zal het de batterij gebruiken om de interne condensator op te laden ter voorbereiding op het toedienen van de schok. Sommige defibillatoren laden al bij het opstarten, zodat ze onmiddellijk kunnen schokken na de analyse.
Wat zijn de verschillende stappen bij het gebruik van een AED?
Doorgaans heeft een AED slechts 1 of 2 knoppen: enkel de de Aan/Uit-knop bij volautomatische toestellen en een schokknop bij semi-automatische toestellen. Zodra je de defibrillator aanzet, zal deze je begeleiden met gesproken en soms visuele instructies tijdens het hele reanimatieproces.
- De eerste instructies zijn altijd dezelfde: de hulpdiensten alarmeren, de borstkas van het slachtoffer ontbloten en de reanimatie opstarten.
- Daarna dien je twee zelfklevende elektroden op de borstkas aan te brengen. De manier waarop je dit moet doen, staat afgebeeld op de elektroden en op het AED-toestel
- Dan begint de Automatische Externe Defibrillator automatisch aan een analyse van het hartritme. De meeste toestellen vragen je om het slachtoffer tijdens de analyse niet aan te raken. Bij slechts één van onze AED’s kan je blijven reanimeren tijdens de analyse van het hartritme: de Lifepak CR2 van Stryker.
- Als de defibrillator vaststelt dat het gaat om hartfalen, zal het ofwel zelf (bij een volautomatisch toestel) een schok toedienen, ofwel zal het je vragen om op de (knipperende) schokknop te drukken.
- Of een schok nu nodig was of niet, het is altijd nodig te reanimeren. Ook bij de hartmassage en beademing staan de AED-toestellen je bij. Er zijn zelfs toestellen, zoals de AED’s van ZOLL of de Lifepak CR2, die live feedback geven over de kwaliteit van de reanimatie.
- Elke twee minuten zal het toestel een nieuwe analyse uitvoeren om na te gaan of een bijkomende schok noodzakelijk is. Je moet hoe dan ook de instructies van het toestel opvolgen tot de hulpdiensten kunnen overnemen.
Kan je een AED verkeerd gebruiken?
Neen. Het is onmogelijk om een AED-toestel verkeerd te gebruiken, of om een schok toe te dienen die niet nodig is. De defibrillator zal altijd volledig autonoom bepalen of een elektrische schok het slachtoffer kan helpen. Je kan een AED niet verkeerd gebruiken.
Er zijn dus geen specifieke vereisten om een defibrillator te gebruiken. AED’s zijn ontworpen om te worden gebruikt door leken, zonder enige opleiding. Idealiter heeft de gebruiker wél een EHBO-opleiding gehad, natuurlijk, zodat hij of zij perfect weet hoe de reanimatie aan te pakken. Heb je interesse om een EHBO-opleiding te volgen? Hier kan je meer informatie vinden over ons opleidingsaanbod.
Wil je meer te weten komen over AED’s (defibrillatoren), hoe ze te gebruiken, wat ze kosten en waar ze te vinden? Op deze pagina vind je een antwoord op al je vragen, en meer!