De overlevingskansen bij een plots hartfalen stijgen exponentieel wanneer omstaanders snel reageren. Of hun ingrijpen succesvol is, hangt mee af van hun reanimatie-skills, en de richtlijnen waarop die gebaseerd zijn. Een voorbeeld van zo’n richtlijn is of je als leek mond-op-mondbeademing moet geven, of niet.
Deze richtlijnen vergen degelijk wetenschappelijk onderbouwd onderzoek. Om het onderzoek te vertalen in de juiste richtlijnen, komen de verschillende nationale diensten voor reanimatie vijfjaarlijks samen in de zogeheten European Resuscitation Council (ERC). Daar bespreken ze welke wetenschappelijke vooruitgang en inzichten werden geboekt op het vlak van reanimeren.
Deze inzichten worden vertaald naar algemene richtlijnen die worden gebundeld en gepubliceerd. Deze vormen de standaard voor dringende hulpverlening in heel Europa.
Nieuw: apps krijgen centrale rol
Medische richtlijnen grondig wetenschappelijk onderbouwen neemt meer tijd in beslag dan een doordeweekse enquête of analyse. Het vergt soms jaren voor je volledig sluitende inzichten kan bereiken. Daarom vielen de richtlijnen de voorbije edities vaak op door de afwezigheid van nieuwe(re) technologie: eer deze grondig was onderzocht, waren we toch alweer enkele jaren verder.
Daarom is het des te opmerkelijker dat in deze editie van de richtlijnen wel de nodige aandacht is besteed aan het gebruik van apps om sneller vrijwilligers in de buurt te vinden bij een plots hartfalen. Zij kunnen al starten met de reanimatie, in combinatie met een AED, in afwachting van de hulpdiensten.
Om deze apps optimaal te kunnen inzetten, moeten ze wel geïntegreerd zijn met het alarmsysteem van de 112-centrale. Zodat elke oproep voor een interventie bij hartfalen meteen ook naar deze app kan worden gestuurd. Die integratie laat in België voorlopig nog te wensen over.
Een gemiste kans, want mede hierdoor vallen er bij ons lage overlevingscijfers na plots hartfalen te noteren. Terwijl de meeste gevallen buiten het ziekenhuis plaatsvinden en een snellere interventie letterlijk levensbelangrijk is.
Met een goed werkend oproepsysteem dat zowel de openbare hulpdiensten mobiliseert als eventuele vrijwilligers in de buurt, verkleint de gemiddelde interventietijd significant en – nog veel belangrijker – stijgt de overlevingskans navenant.
Overlevingskans stijgt per extra AED… die per drone het slachtoffer bereikt?
Last but not least: een vrijwilliger in de buurt zal slechts beperkt kunnen helpen wanneer er geen AED in de onmiddellijke nabijheid is. De overlevingskans van het slachtoffer stijgt dus ook evenredig met de beschikbaarheid en nabijheid van een AED. Om de afwezigheid van een Automatische Externe Defibrillator zo goed mogelijk op te vangen beveelt ERC ook aan het gebruik van drones te overwegen om ze zo snel mogelijk ter plekke te krijgen. Vooral voor moeilijk bereikbare plaatsen kan een drone een wereld van verschil maken.
Allicht makkelijker te implementeren dan een drone-netwerk, is actie ondernemen om het aantal AED’s in het straatbeeld aanzienlijk te doen stijgen. Zo dragen we allemaal samen bij aan een grotere overlevingskans.
In een volgende editie bespreken we de andere noemenswaardige aanbevelingen uit de 2021 ERC guidelines.